Blog | Opeens was er een wolf in mijn klaslokaal
BlogIn de opleiding dierverzorging en paraveterinair wordt er logischerwijs gepraat over dieren. Véél gepraat over dieren. Vanaf dat we opstaan, tot in de les, tot in de pauze - tot de ergernis van andere collega’s te groot wordt -, tot na schooltijd, tot we weer naar bed gaan. En opeens is daar dan de wolf. ‘In your face’. In onze achtertuinen, aan ons vee. In alle leerjaren van de opleiding een groot onderwerp van gesprek. Een collega zei: “Begin niet over de wolf hoor, dan breekt de pleuris uit!”.
Zwitserland
Discussies. Sommige mensen leven ervoor. Lekker een stevige discussie voeren met vlijmscherpe argumenten. Ik dus niet. Ze leiden nogal af van wat er eigenlijk moet gebeuren. En, eerlijk toegegeven, zo gauw de emoties oplopen, stemmen zich verheffen en mensen bot of onaardig tegen elkaar worden, ga ik zelf het liefst in een hutje op de hei zitten. Maar toch; ik ben docent voor jongvolwassenen. Ik heb daarmee ook de verantwoordelijkheid, vind ik, om - waar dat nog kan - enkele levenslessen mee te geven. Door ze te laten zien dat je door meerdere brillen kunt kijken en iedereen zijn eigen persoonlijke filter heeft. Dat je elkaar niet hoeft te overschreeuwen om een goed punt te maken. Dat sommige argumenten niet goed of fout zijn, maar dat het de waarheid is voor één bepaald persoon in één bepaalde situatie. Het verschil tussen feiten, meningen en gevoelens. Daarbij probeer ik dan te fungeren als scheidsrechter, als neutraal persoon, als Zwitserland. Dat is best ingewikkeld soms.
Minimaatschappij
In mijn klas zitten allerlei (stereotype) figuren. In het kort: de boer(in), de natuurliefhebber, de huismus, de hippie, de ondernemer, de lhbti’er, de rechtse, de linkse, de autist en de adhd’er. Plak er maar een labeltje op. Dit zit samen in één lokaal. En waar verschillende mensen zijn, zijn verschillende meningen. De afgelopen tijd waren de grote tegenstellingen uit de maatschappij ook aanwezig in mijn klas: Wel of niet vaccineren? Wel of geen steun voor de boeren? Wel of geen vluchtelingen opvangen in de buurt? En toen was daar dus die wolf.
Doen, durven of de waarheid?
Die collega die mij met goede bedoelingen waarschuwde, zette mij aan het denken. Het wakkerde iets in mij aan om juist de wolf maar eens ter sprake te brengen. Dit is mijn ultieme kans om leerstof en actualiteit aan elkaar te verbinden. Maar misschien moet dit even goed doordacht en voorzichtig ingeleid worden. Dus: tijdens een pauze bleef een deel van de klas hangen en begon ik een voorzichtig verhaaltje over de vroegere domesticatie van honden en hun voorouders. En inderdaad, de pleuris brak uit.
Wolven: “Ze moeten afgeschoten worden” – “Maar mogen ze hier niet zijn dan?” – “Jawel, maar het zijn er veel te veel.” – “We zijn toch ook met teveel mensen? Wij zijn ook maar een diersoort.” – “Ja maar wij mensen zijn machtiger, dat is gewoon hoe het is.” – “Maar toch niet machtiger dan een natuurramp?” – “Nee, maar er is geen natuurramp.” – “Maar misschien komt die er wel, doordat we met zoveel zijn. En dan hebben we ons wel over wat anders druk te maken dan een paar wolven.” – “Nou. Als er teveel mensen zijn, dan moeten er maar wat vluchtelingen weg.”. Ik zucht. “Pardon? Dat is volgens mij een totaal andere discussie”. (“Wees Zwitserland, wees Zwitserland, wees Zwitserland”). “Het maakt mij niet uit, als ze maar niet míjn dieren opeten.” – “Misschien eten ze ook wel kinderen.” – “Ik ga echt niet iedere dag al mijn beesten binnen halen hoor, die wolf moet maar weg.” Dat is in grove lijnen de strekking van wat er gezegd werd. Ik begon in te zien dat hier nog veel tijd en gesprekken voor nodig zouden zijn om wat begrip voor elkaar te krijgen.
Ten slotte was er één student die het gesprek tot een einde wist te brengen. Ze zei: “Mevrouw, zo is het toch eigenlijk altijd gegaan? Tot in de eeuwigheid? Wij maken wolven dood, wolven maken ons vee dood. Kip en ei. En zo zal het ook altijd doorgaan. Die wolf denkt niet verder dan zijn eigen behoeftes en wij als mensen ook niet.” Daar was iedereen het mee eens en de discussie was ten einde. Pfieuw. Zonder kleerscheuren overleefd. Niemand elkaar naar de keel gevlogen. Een geslaagde eerste sessie denk ik dus.
Denkstof
Begrijpelijk hoor, dat zo’n machtig dier veel verschillende meningen en gevoelens teweegbrengt wanneer het zich zo dichtbij, ín onze leefwereld, begeeft. En toch.. ooit.. lang geleden.. hebben we een manier gevonden om mét die wolf te leven. Hem zelfs binnen ons erf en ons huis te laten leven, bewaking in ruil voor wat te eten, zodat mens én dier er de vruchten van plukten. Mij zet dit aan het denken: kunnen we niet samenleven met, in plaats van doodmaken van? Ik zeg het maar niet, want ik weet ook niet hoe dat precies zou moeten. En wie ben ik eigenlijk? Oh ja, ik ben Zwitserland.
Lees meer blogs van Marije:
- Vier keer gezakt voor het kennisexamen
- Ongemotiveerd of onbegrepen?
- Waar zit die aan-knop?
- Gijs at de lunch van mijn studenten op