Praktijklessen, een vak apart

Blog
07-03-2024
Praktijklessen, een vak apart


In het nieuws wordt er vaak over gepraat: het belang van praktijkleren voor de mbo-student. Een beroep waarbij je werkt met je handen kun je natuurlijk niet alleen maar leren uit een boek. Over het belang van goede stagebedrijven is dan ook veel te zeggen. Maar vergeet ook niet de brug tussen stage en school: de praktijklessen. Ik neem aan dat iedere mbo-docent wel iets van de beroepspraktijk in de lessen verwerkt, maar de lessen in de praktijklokalen zijn toch wel écht een ander type les. Het soort les waarbij het draait om de uitvoering. Bij de opleiding dierverzorging gaat het dan om groepen studenten die aan de slag gaan met allerlei diersoorten in één of meerdere ruimtes. Dit vraagt van de docent wel even wat anders dan wanneer ze uit een boek werken. Zelf vind ik dit een enorme uitdaging. Ik benijd de collega’s die dit wekelijks doen dan ook niet. Toch zie ik veel collega’s die heel bedreven zijn in het begeleiden van dit soort lessen. Ik vroeg een aantal collega's van verschillende vestigingen hoe zij dit ervaren.

Wat maakt een praktijkles anders dan een theorieles?
De dynamiek in een klas verandert enorm. Studenten hebben in deze lessen vaak een andere houding. Veel van hen vinden het fijn om actief met de dieren bezig te zijn en de daad bij het woord te voegen. Lekker met de handen bezig zijn. Nagels kort, sierraden af, een overall of laarzen aan. Sommige dingen zijn spannend of nieuw, maar de taken zijn toch ook vaak vrij eenvoudig en duidelijk. Dingen die ze eerst geleerd hebben, moeten ze nu ‘doen’. De studenten zijn dan opeens aan het leren in 3D; met hun zintuigen. Ze ervaren hoe het voelt, ruikt en klinkt. Ze zijn in beweging! En in het mooiste geval doen ze dan wat jij als docent bedacht hebt, maar ze kunnen ook zomaar iets anders aan het doen zijn als je even niet oplet.

Welke vaardigheden vraagt dit van jou als docent?
Klassenmanagement wordt prioriteit om de boel in goede banen te kunnen leiden. Je moet overal ogen en oren hebben wanneer iedereen tegelijk aan de slag gaat. Daarnaast is het net als bij een klassikale les belangrijk om iedereen als individu te zien, met zijn eigen beginsituatie qua durf, cognitie, motoriek en angsten. Dat maakt dat er soms 20 mini-lesprogrammaatjes door elkaar lopen tijdens iets relatief eenvoudigs als het hanteren van een muis. Docent competenties als duidelijk zijn, snel kunnen schakelen, overzicht en orde houden, motiveren, herhalen, oplossingsgericht werken en creativiteit worden in zo’n situatie nóg belangrijker. Ook moet je als praktijkdocent goed weten waar je het over hebt en je bewust zijn van je rol als verbinder tussen theorie en praktijk. Je moet de theorie lessen kunnen linken aan de handelingen. Vervolgens de handelingen kunnen voordoen en de koppeling kunnen maken naar het werkveld of beroep waar studenten later in belanden.

Wat heb je nodig voor een perfecte praktijkles?
Natuurlijk begint dit bij een passende ruimte, met voldoende goede materialen en niet al te grote groepen. Het is heel fijn als je in de les te maken hebt met meewerkende studenten en dieren. Maar allerlei factoren spelen hierbij een rol; het weer, de dag, het moment, de diersoort, motivatie, of er genoeg werk is om te doen, enzovoort. Een goede voorbereiding is eigenlijk wel het halve werk. Zo veel mogelijk scenario’s van te voren uitdenken zorgt ervoor dat je voor minder verrassingen komt te staan. Die verrassingen zijn namelijk niet wenselijk met al die individuele aandachtspunten en onvoorspelbare factoren. Verder speelt het bedrijfsleven voor een deel van de lessen een rol. Bijvoorbeeld om lessen te geven met dieren die niet op school aanwezig zijn. Last but not least is de afstemming met collega’s erg belangrijk. Wat kan er gedaan kan worden en wie gebruikt wanneer welke dieren en materialen.

Waar loop je weleens tegenaan waardoor het niet zo loopt als je zou willen?
Een perfecte praktijkles bestaat volgens één van mijn collega’s niet. Je werkt met studenten en levende dieren, dus je weet nóóit helemaal hoe het loopt. Je werkt met wat er gaande is. Cavia met een ontstoken oog? Kom laten we eens kijken hoe je die kan zalven! Jongen muizen geboren? Mooie uitdaging voor een geslachtsbepaling. Iemand keihard gebeten door een degoe? Ojee, dan eerst maar pleisters plakken. Sommige studenten zijn te laat of ongemotiveerd voor het werk dat gedaan moet worden. Ook zie je steeds meer dat docenten te maken krijgen met grote(re) groepen. Het maximum aantal ligt op 15. Voor een niveau 4 opleiding is dat nog wel te doen, maar voor niveau 2 al best uitdagend. Dan kan er niet altijd de aandacht gegeven worden die de situatie eigenlijk vraagt. Zeker wanneer er grote niveauverschillen in dezelfde groep zitten is ondersteuning op de groep eigenlijk onmisbaar. Ook hebben we nog weleens studenten die gebeten worden, met bepaalde problematiek of dieren die ontsnappen. Als die allemaal tegelijk om hulp roepen of soms zelfs in paniek raken, kom je met één persoon handen tekort. Verder geldt 'zoveel mensen, zoveel meningen'. Bij het houden en verzorgen van gezelschapsdieren helemaal. Dat maakt dat het nog weleens lastig is om het écht objectief te houden.

Wat is het verschil tussen een praktijkles op school en leren op stage?
Tijdens de praktijkles leren we de studenten in een veilige omgeving de vaardigheden die ze op stage en in hun werk nodig hebben. Fouten maken mag nog. Stap voor stap werken we met studenten in hun eigen tempo en met de hulp die ze nodig hebben. Er is dus ruimte voor goede pedagogische begeleiding en misstappen worden vaak opgevangen. Dat is op stage nog weleens anders, daar wordt meer van de verantwoordelijkheid of zelfstandigheid van de student zelf gevraagd. Ook werken we op school erg ‘volgens het boekje’ en proberen studenten handelingen aan te leren zoals het hoort volgens de nieuwste inzichten. Op stage leren studenten dat het ook anders kan. Soms handiger, maar soms ook minder hygiënisch of diervriendelijk. Uiteindelijk zijn er meerdere wegen naar Rome en het is goed dat studenten met alle wegen kennismaken. Nog een belangrijk verschil is de routine. Op een bedrijf krijgen studenten over het algemeen de mogelijkheid om zich routine binnen één diergroep aan te leren. Op school wisselt bijna wekelijks het type dier, waardoor routine een minder grote rol speelt.

Zijn stage en school goed te combineren?
Er zijn scholen waarbij studenten de praktijk voornamelijk op het stagebedrijf moeten leren, in verband met faciliteiten en mogelijkheden van de school. Een collega die ook op een dergelijke school heeft gewerkt geeft aan dat studenten sneller groeien op een bedrijf, wanneer ze al praktijklessen op school hebben gehad. Een praktijkles heeft dan een soort ‘opstap’ functie om laagdrempelig iets te leren en daarna het werk op een bedrijf sneller eigen te kunnen maken.

Een andere collega benadrukt het belang van de combinatie ook. Op school zijn namelijk vaak dieren die heel braaf zijn, omdat ze gewend zijn aan alle aandacht. Op het bedrijf heb je meer dieren die dat niet gewend zijn. Dat is dus vaak net wat uitdagender voor de student. Ook zijn er veel collega’s met korte lijntjes naar de bedrijven. Ze geven studenten opdrachten mee voor op een bedrijf en andersom gebeurt het ook dat bedrijven vragen of er nog nadruk gelegd kan worden op bepaalde handelingen in de les. Daarnaast zijn juist de stagebedrijven ‘the place to be’ voor een student om in de beroepspraktijk te laten zien dat ze kunnen toepassen wat ze hebben geleerd.

Mijn complimenten!
Het belang van goede stagebedrijven is dus groot. Maar ook de praktijkles heeft dus wel degelijk een grote rol in de voorbereiding naar de stage en het werkveld toe. Zinvol werk dus, collega’s. Geld en tijd zijn twee factoren waardoor het geven van goede praktijklessen steeds lastiger wordt. Docenten worden steeds meer geconfronteerd met onmogelijke combinaties en groepsgroottes. De complimenten aan degenen die dit toch elke week aangaan. En dank aan mijn collega’s van Terra die wilden meewerken aan dit blog.

 

Lees meer blogs van Marije:



Over Marije

Ik ben Marije Soontiëns, met een grote voorliefde voor dieren en werkzaam als docent Paraveterinair bij Terra MBO Meppel. Hier stoom ik dierenartsassistenten in de dop klaar voor het werk in de dierenkliniek. Voordat ik mbo-docent werd, heb ik een aantal jaren gewerkt als paraveterinair. Een mooi vak, waar ik nog steeds graag mee bezig ben vanuit mijn klaslokaal. Naast dieren hou ik van creëren en iets nieuws uitproberen. Ik schrijf blogs voor De Groene Wereld over onderwerpen die mij als docent bezighouden.